Luiers gelden vanwege de mix aan materialen al sinds jaar en dag als de ultieme proeve voor de recyclingindustrie. Bewoners van de regio Nijmegen leveren nu bijna een jaar hun luiers in om te laten recyclen. Wat gebeurt er met al dat luierafval?
De eerste jaren dat je een kind hebt, zijn ze bijna niet aan te slepen: luiers. Gemiddeld draagt een kind meer dan vijfduizend luiers voor het zindelijk is. Een huishouden met kinderen produceert dan ook heel wat vieze luiers per jaar, zo’n 300 kilo per kind. Het afval in Nederland bestaat voor maar liefst 7 procent uit luiers, in totaal ruim 200.000 ton per jaar.
De meeste afvalverwerkers verbranden de luiers met het restafval en halen nog wat energie uit deze verbranding. Recyclen is namelijk niet eenvoudig: de luiers bestaan uit veel verschillende materialen, zoals plastic, papier, absorberende korreltjes en natuurlijk resten poep en urine. Maar in Nijmegen en omgeving slepen kersverse ouders nu al bijna een jaar hun luiers in zware afvalzakken naar speciale inzamelpunten. In Weurt, een dorpje ten westen van Nijmegen, opende in september 2021 namelijk een grote luierrecyclingfabriek van afvalverwerker ARN, die de luiers omzet in nuttige producten. Hoe pakt deze fabriek dit aan?
Uit elkaar gerukt
De kern van het proces is een grote tank waarin onder hoge druk stoom naar binnen spuit die de luiers uit elkaar rukt. Het plastic smelt en het papier en de organische stoffen in poep en urine lossen op in het water. Na het afkoelen van de tank houd je dan brokken plastic over en een bruine slurry, bestaande uit een mengsel van water en deeltjes vaste stof.
De plastics gaan naar de auto-industrie voor kunststof onderdelen, en de slurry wordt omgezet in kunstmest, biogas en biomassa, dat wordt gebruikt om cementfabrieken van energie te voorzien. De fabriek verwacht elk jaar 15.000 ton luiers en incontinentiemateriaal te gaan verwerken.
Het Italiaanse bedrijf Fater werkt aan een andere methode voor luierrecycling, waarmee het in de toekomst misschien ook in Nederland aan de slag wil. Dat proces maakt gebruik van een roterende tank waarin de luiers onder hoge druk gesteriliseerd worden met behulp van stoom. Daarna gaan de materialen door een versnipperaar, een droger en een machine die de plastics, cellulose en absorberende korrels uit elkaar haalt.
Schoon plastic van poepluiers
Een product gemaakt van oude poepluiers klinkt misschien niet zo fris. Zitten er niet nog bacteriën uit poep en plas aan? Uit onderzoek van het RIVM uit 2019 blijkt dat we ons hier geen zorgen over hoeven te maken. De onderzoekers keken in hoeverre moleculen als geneesmiddelen en ziekmakende bacteriën het recycleproces konden overleven, en zagen dat de procestemperaturen van vaak meer dan 250 graden Celsius alle gevaarlijke bacteriën en andere micro-organismen wisten te doden.
Wel is het belangrijk om de temperatuur in de gaten te houden, en ervoor te zorgen dat het proces niet ineens minder heet wordt, zo zagen de onderzoekers. Voor een luierrecyclingfabriek een vergunning krijgt, moet hij dit nu dan ook goed geregeld hebben.
Drie processen
Met de hygiëne zit het dus wel goed, maar zijn deze methodes echt beter voor het milieu dan verbranden? In opdracht van Rijkswaterstaat zocht onderzoeksbureau SGS Search in 2020 uit hoe duurzaam de drie verschillende manieren van luierverwerking waren. “We keken naar het traditionele verbranden van de luiers, het proces van ARN en het proces van Fater”, vertelt chemicus en adviseur duurzaamheid Branco Schipper. “We brachten bij deze processen alle aspecten van de luierinzameling en verbranding of recycling in kaart, en keken bij elke stap wat de impact op het milieu is.”
De uitkomst van deze analyse wordt weergegeven in de hoeveelheid CO2 die het proces uitstoot of bespaart. “Dit cijfer is vaak een goede samenvatting van de impact die een proces kan hebben, en in dit geval zien we hier flinke verschillen”, zegt Schipper. Bij het verbranden van luiers komt volgens het onderzoek 241 kilogram CO2 vrij per ton luierafval. ARN en Fater besparen flink, omdat ze materialen en energie terugwinnen en hergebruiken. ARN komt uit op -657 kg CO2 en Fater op -451 kg CO2 per ton gerecycled luierafval. Schipper: “Het minteken laat zien dat ze in feite CO2 besparen, doordat productie van nieuwe producten wordt voorkomen.”
Redelijk hoogwaardig
Recyclen is bij luiers dus zeker duurzamer dan verbranden. De berekening kijkt alleen niet naar waar de gerecyclede plastics uiteindelijk terechtkomen. “Of het plastic als bermpaaltje wordt gebruikt of wordt hergebruikt in PET-flessen, is in onze berekening vrijwel gelijk”, vertelt Schipper. “Maar in dit geval worden de materialen wel redelijk hoogwaardig gebruikt. Het is niet alsof ze als vulling onder het asfalt belanden.”
Het lijkt er dus op dat al dat gesleep met zware zakken met stinkende luiers naar aparte inzamelpunten niet voor niks is. Tot nu toe vindt de inzameling nog maar in één regio plaats; de huidige fabriek heeft te weinig capaciteit om alle luiers in Nederland te recyclen. Schipper weet niet of Rijkswaterstaat al bezig is met uitbreiding, maar zou dit op basis van het rapport wel verwachten: “Ons onderzoek was in het kader van het landelijk afvalbeheerplan, en de resultaten waren duidelijk in het voordeel van recyclen. Ik kan me voorstellen dat ze dat graag als nieuwe standaard in zouden willen voeren. Maar wanneer iedereen zijn luiers kan laten recyclen, is nog afwachten.”